Personen die op reis vertrekken hebben regelmatig vragen over hoe ze zich kunnen beschermen tegen infectieziekten. Maatregelen kunnen overwogen worden indien reizigers naar hoge incidentielanden trekken. 

In geval van een korte vakantie van enkele weken moeten er geen speciale maatregelen worden getroffen. Het risico om besmet te geraken is bijzonder klein. 

We raden wel aan om tijdens deze reizen en bij terugkomst alert te zijn voor klachten die kunnen wijzen op een besmetting met tuberculose: langer dan 3 weken hoesten, moeheid, gewichtsverlies zonder duidelijke reden, …

Bij langdurende reizen naar landen met een hoge incidentie van tuberculose en met nauwe contacten met de plaatselijke bevolking moeten er wel maatregelen genomen worden.

  • Voor volwassenen :

Een tuberculinehuidtest vóór vertrek (bepaling nulstatus) en 8 weken na terugkeer (recente infectie opsporen). Bij het vaststellen van een recente besmetting is een RX van de thorax noodzakelijk en kan het opstarten van een preventieve behandeling overwogen worden. Een vaccinatie met BCG is niet aangewezen bij volwassenen. Het beschuttend effect van het vaccin voor het ontwikkelen van longtuberculose, bij volwassenen is gering.

  • Voor kinderen jonger dan 5 jaar :

Bij langdurig verblijf van jonge kinderen in landen met een hoge incidentie en regelmatig contact met de plaatselijke bevolking, is BCG-vaccinatie wel aangewezen. Het vaccin zal longtuberculose niet voorkomen maar wel de ernstige verwikkelingen van tuberculose zoals de miliaire vorm en meningitis, die zich bij kinderen gemakkelijker ontwikkelen. De vaccinatie dient wel 2 maanden voor het vertrek toegediend te worden. Het beschuttend effect treedt pas op na 8 à 10 weken. Een controle tuberculinetest is ook aangewezen om de tuberculinestatus te verifiëren.